Ladingzekering: dat is het stevig vastzetten van je lading in een vrachtwagen. Dat lijkt misschien voor de hand te liggen… Toch raken er jaarlijks nog leveringen beschadigd door vracht die aan het schuiven ging. Het is niet zomaar een loze term maar de basis van heel wat regels (o.a. vastgelegd in de Nederlandse Verkeerswetgeving en de Europese EUMOS-wetgeving). We vatten hieronder de belangrijkste punten uit die wetgeving voor je samen en bekijken de meest populaire hulpmiddelen.
1. Welke methodes van ladingzekering zijn er?
Je lading behoeden tegen schuiven of omvallen kan op twee manieren: via een krachtsluiting of een vormsluiting.
Een krachtsluiting houdt in dat je je lading vastzet door verticaal kracht uit te oefenen op de vloer. Je ‘drukt’ de lading als het ware naar beneden. Je kan dat bijvoorbeeld doen door spanbanden te gebruiken. Een schone laadvloer is daarbij echt aan de raden. Vuilresten kunnen de wrijving verstoren. Om de wrijving te vergroten, kan je o.a. gebruik maken van antislipstroken voor pallets.
Bij een vormsluiting wordt je lading ‘opgesloten’. Wrijving komt hier dus niet (of minder) aan te pas. Je lading is als het ware geblokkeerd en heeft geen speling om een eigen leven te gaan leiden. Je kan dit doen door je vrachtwagen optimaal vol te laden en door eventuele lege ruimtes op te vullen met ‘stootkussens’.
2. Met welke middelen zet je je lading stevig vast?
Pallets . | Pallets zijn absoluut noodzakelijk voor een stabiele lading en een veilig transport. Ze vormen de eerste stap van je ladingzekering. Pallets – en met name de houten varianten – zorgen voor een hogere wrijving met de vloer. Daardoor zal je lading minder kunnen schuiven. Bovendien garanderen ze altijd dat je lading op een stabiele basis rust. Meer weten? Bekijk dan hier onze keuzegids voor pallets. |
Rekfolie . | Eenmaal gestapeld op een pallet, moeten je losse goederen stabiel worden vastgemaakt tot een homogeen geheel. Rekfolie zal je hierbij letterlijk en figuurlijk ondersteunen. Dankzij de rekfolie blijft je lading veel stabieler en heeft het minder last van een hobbelig transport. En nog een handige extra: de plastic folie beschermt je lading tegen vuil, stof en regen. Meer weten? Bekijk dan hier onze keuzegids voor rekfolie. |
Omsnoeringsbanden | Zijn je goederen te groot of te zwaar voor rekfolie, gebruik dan eens een omsnoeringsband. Vooral de stalen varianten hebben een zeer hoge treksterkte. Je wikkelt zo’n staalband gewoon rond je goederen en trekt het daarna aan met een bandspanner. Zelfs je zwaarste ladingen blijven zo een geheel. |
Spanbanden | Gebruik spanbanden om een volgeladen pallet stevig vast te zetten. Er ontstaat zo meer kracht en wrijving ten opzichte van de vloer. Resultaat is dat je pallets aanzienlijk minder kans hebben om te verschuiven. Naast pallets komen spanbanden ook van pas bij het vastzetten van heel grote goederen. |
Antislipbladen | Zijn je goederen in lagen gestapeld op je pallet (bv. gestapelde dozen)? Voorzie tussen elke laag dan een blad met een antislipcoating. Bij een lichte hellingshoek (tot 42°) heb je zo veel minder kans dat je lading zal beginnen schuiven. |
Hoekprofielen | Een kartonnen hoekprofiel plaats je op de hoeken van je vracht. Ze garanderen meer stabiliteit en beschermen je lading tegen het insnijden van een omsnoerings- of spanband. Bovendien zorgen ze ervoor dat de spanning van zo’n band gelijkmatig wordt verdeeld. |
Rolstopper | Vervoer je cilindervormige voorwerpen? Gebruik dan een rolstopper om te voorkomen dat je producten aan het rollen gaan. Extra pluspunt: rolstoppers zijn heel licht en nestbaar wat zorgt voor lagere opslag- en verzendkosten. |
Schuimplaten en -kussens | Platen en kussens van schuim worden gebruikt binnenin een doos om losse producten er beter in vast te zetten. Producten die té los in een doos zitten, kunnen makkelijk verschuiven. Vermenigvuldig je die beweging met 10 of 100 pakjes, dan zal je hele palletlading onstabiel worden en dreigen om te kantelen. Vergeet dus ook zeker de binnenkant van je dozen niet! |
Opzetranden | Opzetranden worden gebruikt voor het laden van zware of volumineuze goederen. Je plaatst ze bovenop een palletbasis. Je maakt zo in een handomdraai homogene en stabiele kisten die je veel veiliger kan transporteren. |
3. Welke wetgeving geldt er voor de ladingzekering?
Laten we eerst halt houden bij de EUMOS-wetgeving: die is sinds 2014 van kracht op alle Europese wegen. Het is een soort leidraad om de ladingzekering te garanderen bij het wegtransport. Sommige landen, zoals België, hebben deze regels overgenomen in hun wetgeving. Nederland hanteert echter specifieke richtlijnen. Die zijn vastgelegd in de Verkeerswetgeving (zie art. 5.18.6). De twee belangrijkste richtlijnen daarin zijn de volgende:
- De lading of delen daarvan moeten zodanig zijn gezekerd dat deze onder normale verkeerssituaties, waaronder begrepen volle remmingen, plotselinge uitwijkmanoeuvres en slecht wegdek, niet van het voertuig kunnen vallen.
- Losse lading ten aanzien waarvan het gevaar bestaat dat deze of delen daarvan tijdens het rijden van het voertuig vallen, moet deugdelijk zijn afgedekt.
4. Hoe wordt de ladingzekering gecontroleerd?
Mocht je vracht in Europa officieel worden gecontroleerd, dan wordt er vooral gekeken naar de manier waarop je lading is vastgezet. Belangrijk hierbij is dat je ladingzekering bepaalde krachten moet kunnen weerstaan tijdens het transport. Bij normaal verkeer treden de volgende krachten op:
- In de rijrichting = 0,8 G = komt overeen met 80% van het ladinggewicht,
- In de achterwaartse richting = 0,5 G = komt overeen met 50% van het ladinggewicht,
- Naar beide zijden = 0,5 G = komt overeen met 50% van het ladinggewicht.
Met andere woorden: wanneer je chauffeur vol op de rem gaat staan, moet je ladingzekering 80% van het ladinggewicht opvangen in de rijrichting en 50% in de zijwaartse en achterwaartse richting.
Bovendien moeten alle middelen die je hebt gebruikt om je lading te verstevigen aan een aantal voorwaarden voldoen. Deze middelen moeten in perfecte staat zijn en dienen waarvoor ze gebruikt worden. Scheuren, sneden, uitrafelingen of beschadigingen zijn dus absoluut niet toegelaten. Verder moeten ze conform zijn met de Europese en Internationale productnormen.
5. Een ongeval? Wie draagt de verantwoordelijkheid?
Sinds de invoering van de EUMOS-wetgeving kunnen er in Europa meerdere partijen verantwoordelijk zijn bij een ongeval, niet enkel het vervoersbedrijf. De verantwoordelijke partijen kunnen we opdelen in 5 categorieën.
. 1. Bestuurder | De chauffeur die de lading in kwestie vervoert, moet enkele controles uitvoeren alvorens hij of zij vertrekt. De bestuurder kan mede aansprakelijk worden gesteld indien deze controles niet werden uitgevoerd. Een bestuurder moet altijd:
|
. 2. Vervoerder | Hij is verantwoordelijk om de juiste documentatie te voorzien aan de bevoegde instanties. Tenzij de vervoerder een bijzondere regeling heeft met een andere partij. De vervoerder moet:
|
. 3. Verzender | De verzender zorgt dat de vervoerder de juiste gegevens ontvangt zodat de vervoerder dit kan doorgeven aan controlebevoegdheden. Deze gegevens zijn:
|
. 4. Verpakker | De verpakker moet een beschrijving van de goederen opmaken. Als de goederen bijvoorbeeld beschadigd kunnen worden door de spanbanden moet de verpakker een alternatieve methode beschrijven om deze goederen te zekeren. Speciale eisen voor het voertuig moet deze partij vermelden in de methode. |
. 5. Verlader | De verlader zorgt dat de lading goed verdeeld is over de laadvloer. Hij zorgt dat de goederen ingeladen en veilig gezekerd worden. De verlader zorgt dat de MTM (maximaal toegelaten massa) en de aslasten gerespecteerd worden. De verlader moet de volgende informatie meegeven:
|