Hoe weet je of je magazijn goed is georganiseerd? Daarvoor moet je de volgende twee vragen onder het vergrootglas leggen: “Is de doorstroom van goederen optimaal?” M.a.w. raakt alles snel waar het moet zijn, zonder oponthoud. En: “Zijn je goederen opgeslagen in een efficiënte stelling?” M.a.w. zijn je stellingen en rekken optimaal aangepast aan je producten. Laten we beginnen met het bekijken van de verschillende opslag- en doorstroommethodes. Want een slimme opslag doet wonderen voor je workflow.
1. De twee basismethodes om goederen op te slaan
► Optie 1: de ABC-methode
De ABC-methode is een veelgebruikte redenering om goederen in een stelling op te slaan. De formule erachter houdt rekening met de omloopsnelheid van je goederen. Hoe hoger de omloopsnelheid (en dus hoe vaker een product wordt verkocht), hoe makkelijker het moet zijn voor je magazijnier om dat product uit de rekken te halen. Je legt die producten dan best op grijphoogte, mooi in het midden van je rek. De omloopsnelheid van je goederen bereken je met deze formule: Omzet in stuks / Gemiddelde voorraad in stuks
Met de cijfers van die berekening deel je je producten vervolgens in:
Categorie A komt overeen met ongeveer 20% van je referenties. Samen vertegenwoordigen ze gemiddeld 80% van alle rotaties. Deze populaire producten moeten zich dus op grijphoogte bevinden van je orderpickers.
Categorie B bestaat uit 30% van je referenties (en ± 15% van je rotaties). Deze producten worden minder vaak uit voorraad gehaald en mag je daarom onderin het schap opslaan.
Categorie C komt overeen met 50% van je referenties en slechts 5% van je rotaties. De producten in deze categorie zijn het minst populair en plaats je daarom best in de bovenste schappen.
Je kan diezelfde ABC-methode trouwens toepassen op de volledige indeling van je magazijn. Je producten uit categorie A sla je dan op dicht bij de paktafels. Hoe verder je wegstapt van de paktafels, hoe minder populair je producten worden. Eerst heb je nog de B-producten, en helemaal achteraan uiteindelijk de C-producten.
► Optie 2: de LIFO- en FIFO-methode
Deze beide methodes mogen dan wel elkaars tegenpolen zijn, ze hebben dezelfde basisredenering. De LIFO-methode staat voor Last In – First Out. Volgens dit soort indeling worden de producten die als laatst in je magazijn werden geplaatst, er ook eerst weer uitgehaald. Vergelijk het met een stapel dienbladen, waarbij het dienblad dat het laatst op de stapel is gelegd doorgaans ook het eerste blad is dat er weer van af wordt gehaald.
Hieraan verwant heb je dan de FIFO-methode: First in – First out. Dit is het tegenovergestelde principe. De producten die dus het eerst werden opgeslagen, gaan er ook als eerste weer uit. Ideaal wanneer je bijvoorbeeld met producten zou werken waar er sprake is van een houdbaarheidsdatum. Die wil je natuurlijk zo snel mogelijk weer uit je magazijn hebben.
- Bij een manuele picking is het voldoende om enkele centimeters vrije ruimte te laten boven en tussen je opgeslagen goederen/dozen.
- Bij een picking aan de hand van machines is het aan te raden om minstens 10 centimeter vrije ruimte te behouden (zowel langs boven als langs beide zijkanten).
► Conclusie: welke opslagmethode is geschikt voor jou?
De methode die het vaakst wordt toegepast is de ABC-methode. Het is de meest efficiënte opslagtechniek waarbij de bewegingen en inspanningen voor je magazijniers het laagst liggen. Verkoop je producten met een houdbaarheidsdatum, kies dan voor het FIFO-model. De oudste producten worden dan als eerste weer op de markt gebracht.
En wat doen we bij RAJA? We vertrekken van de ABC-methode: de 1.000 populairste artikels liggen daarbij het dichtst bij de paktafels. Hoe verder je van onze paktafels wegstapt, hoe lager de omloopsnelheid is van deze producten. Hieraan gekoppeld passen we ook de FIFO-methode toe: producten die ouder zijn dan 100 dagen worden het eerst weer uit het magazijn gehaald. Zo zie je maar, combinaties van de verschillende opslagmethodes zijn perfect mogelijk!
2. Kies de juiste stelling voor de beste opslag
Dankzij enkele weldoordachte letters van het alfabet hebben we kunnen bepalen in welke volgorde je goederen best opslaat. In dit tweede deel bekijken we vijf opslagsystemen, allemaal op maat van je producten of behoeften. Welk type stelling zal het voor jou worden? De meest courante stellingen voor een doorsnee magazijn vind je alvast in onderstaande keuzegids (PDF download):
► Optie 1: legbordstellingen
Deze stelling is bestemd voor (kleine) producten met een hoge omloopsnelheid. Voor wie gebruik maakt van de FIFO-methode kan dit heel handig zijn. Je producten met de hoogste omloopsnelheid sla je best op, op grijphoogte. De rest van je producten plaats je dan erboven of eronder. Wanneer je een stelling gebruikt, is het aan te raden om de zwaardere producten onderaan op te slaan. Hoe hoger in het rek, hoe lichter je producten dan zijn. Beperk tot slot de hoogte van je stelling tot zo’n 2 m. Dat werkt makkelijker voor je magazijniers.
► Optie 2: opslag in een mezzanine
Hierbij volg je hetzelfde principe als bij de vorige optie, met dit verschil dat je magazijn is verdeeld in twee verdiepingen. Op elke tussenverdieping kan er een zone worden gecreëerd om stellingen te plaatsen. Doordat je je beschikbare opslagruimte in de hoogte beter benut, blijft er tussen de stellingen meer plaats over. Die is nodig om een vlotte circulatie van bijvoorbeeld pallettrucks te garanderen. Denk eraan om dit soort opslagzones correct af te bakenen met vloermarkeringen en beschermingsbarrières.
► Optie 3: modulaire stellingen
Deze stelling is vooral geschikt voor producten die moeilijk te transporteren zijn op een pallet. Denk bijvoorbeeld aan buizen, staven, tapijten, enz. Het komt daarnaast van pas bij het opslaan van producten die seizoensgebonden zijn, en waarbij de opslagcapaciteit doorheen het jaar dus flink kan schommelen. Afhankelijk van het model kan je tot drie van dit soort stellingen boven op elkaar stapelen. Je hebt daarbij varianten die geschikt zijn voor binnen, of voor buiten (door hun afwerking in gegalvaniseerd staal).
► Optie 4: palletstellingen
Voor een B2B-bedrijf is dit de meest aan te bevelen opslagmethode. Het is namelijk het best geschikt om grote hoeveelheden goederen op te slaan. Die worden vaak gestapeld op pallets. De pallets rusten hierbij op sterke balken. Die kunnen een gewicht aan tot wel 3000 kg per niveau. Rondom je palletstelling bevestig je best aangepaste metalen barrières. Zo zijn je stellingen en goederen optimaal beschermt tegen een stootje van rollend materieel.
► Optie 5: opslag in ‘smalle gangen‘
Heb je een magazijn waar je zonder al te veel hindernissen in de hoogte kan werken, kies dan voor een opslag in ‘smalle gangen’. Bij deze opslageenheden is de afstand tussen de stellingen net breed genoeg voor een speciale pickingmachine. Die pickingmachine heeft een zeer grote hefhoogte. Dit soort opslag komt vooral van pas wanneer je een grote massa kleine producten op een beperkte oppervlakte wilt opslaan. De beschikbare hoogte kan je zo maximaal benutten.
Bekijk onderstaande video en ontdek hoe we bij RAJA het principe van smalle gangen hebben toegepast: